Weerzien |
Heet en droog. Geef mij maar het koud en nat van dampend ochtendlicht door nevel versneden boven Groningse velden. Geef mij maar het koud en nat van slijmende slakken slingerend door mijn tuin dronken van geluk. Geef mij maar het koud en nat van bevroren ramen verborgen ijsbloemen ontluikend onder nul alleen. Geef mij maar het koud en nat van de te dunne huid, rillend en rimpelend van tranen door beseft gemis. Tenslotte is alles beter dan dat vurig verlangen, heet en droog, naar wat ooit bloeiend was. Ik verlang naar koud en nat. |
Weerbericht Ik omschrijf met het blauw van de lucht het wit van mijn wolken. Voel, hoe ik in de tijd verdrijf, hoe de zinnen breken en het letters regent op het land: voor wie weer schrijft, nu ik ben verdampt. |
Brommer (voor hait) Op zijn blauwe Batavus, met een spatbord als een Romeinse helm waarop het gele plaatje fier de tegenwind doorsneed, spoedde hij zich met koplamp priemend in het donker naar de kameraden, die bij aankomst, altijd, in groten getale er niet waren, zodat zijn kracht geen macht verkreeg. 'Weer meer bestuurders dan leden.' |
|
|
Liefdesgedicht Haar haar is als een wolk van merels, krullende halen trillend in de ochtendzon. Haar haar, een tooi van twijg en zachte zoenen waarin ik flierefluitend nestelen kon. |
Golem Het leven tekent, zit ons op de huid. Past dat niet het zelfbeeld, dan wissen we het uit. We kneden liever zelf aan een rimpelloos bestaan. Allemaal hetzelfde, nog voor de dood dat heeft gedaan. |
Haalfschaaid, wos zun, sloa k n moal rechtsòf. Nooit meer op nooit meer deel. Nou vot din mor, in t Noorden, veur ainmoal nog. Deur Wia Jager in t grunnegers vertoald gedicht van Herman Janssen ('Noorderzon'): |
Hogeland Paardenbloem graast door gras. Geel het veld wars gewas. Boterbloem smeert de dijk. Als de zee zacht het slijk. Stokroos bloeit rode muur. Links het huis langzaam uur. Licht het land zware klei. Lied van Staal hard maar vrij. Ezinge |
‘I’ve got all the keys to all the cars in this trailerpark’, he said, ‘so I guess that makes me the king around here.’
‘I only know of one king’, she answered, ‘and that’s Elvis - and I do not see no Elvis around here.’
‘I only know of one king’, she answered, ‘and that’s Elvis - and I do not see no Elvis around here.’
Seumer Met ‘e bloate billig in ‘e blaik |
Herfst |
Sprookjesbos
Als kleine jongen kreeg hij snoepjes, ving hij strooigoed van de Sint. Groeide moedig verder, maar bleef wonen in het kind. Ik vond hem op een bankje, elfje in het bos. De zon met stralen strooiend, blinkend rijwiel op het mos. Onbevangen snoepend zag hij mij daar staan. Op zijn wenken ging ik zitten en dacht mij vleugels aan. Wachtend op zijn wijsheid, keek ik naar opzij: maar mijn jeugd was al vervlogen en die fiets, die bleek voor mij. |
Voorjaarsschoonmaak
Bij de achterdeur staat mijn moeder. Uit lange laden staande op hun kant verjaagt ze het binnenste naar buiten: opgeklopt stof in nieuwe lucht, klaar om weer te vallen. Maar in haar graf duurt de winterslaap. |
Lak Op het plaatsje bij de buren maakt het bankje zonne-uren Haar huid verschiet van bruin naar wit nu haar lakker elders zit waar van zonnebank ontbloot hij verbleekt tot witte dood. Zonder lak aan het bestaan is het bladderen en vergaan. |
Klankbeeld
Ik lees het woord, hardop, maar ken het niet. Hoeft ook niet. Het past bij wie het hoort - als muziek om naar te kijken. |
Selfie at the Niagara Before the fall facing himself he suddenly realized that he had been one of the billion backdrops in other people's lifes. |
Borderline
The night knows no horizon. It is, what you are inside your head. Afraid to draw the line. |
‘Naar Japan’
Daar zit je aan het raam een leven later aan dezelfde tafel kijkend over de zee: ‘Naar Japan’ zei je ooit. Ik bezweer ‘Naar Japan’ en durf dan pas te zitten op je stoel kijkend over de zee: naar onszelf, de tijd ertussen. Ik ben blij dat je gebleven bent terwijl ik leefde met wat komen ging wetend dat ik wachtte veilig, kijkend over zee. Ik ben blij dat je gekomen bent wachtend op het leven dat geworden is wetend dat ik leefde zoekend, ‘naar Japan’. Wickaninnish Restaurant, Vancouver Island |
|
Pypskoft (voor pake) Verdreven van het Wad staat Neptunes in ‘t veld de drietand onder loof de vruchten opgeweld, Werk tussen de regels. De zoekers volgen als schepen in klei boegmorenen duwend ze toornen boven mij. Kind tussen de regels. Dan wordt de rug gerecht de leeuwerik gehoord pypskoft naast de kist het leven ongestoord. Mens tussen de regels. Gebleven is dat woord na het zinken van de kist ‘pypskoft’ - geef het door voordat het wordt vermist. Leef! tussen de regels. |
Het Bildt Blauwe klei op rij omgekeerd golvend naar de zee. Waar grijs getij zijn voren trekt, land verwekt, Bildt ontdekt. |
Het bed. Op het kerkhof wist hij haar niet, maar in hun bed droomde hij haar, was ze van hem. Ze stond niet op, weigerde hem hun nieuw begin. Hij kon zijn lief niet weer winnen. Zijn kinderen verhaalden steeds van moeders dood, hij van het bed dat haar omsloot. Verbinding zoek met vrouw en kind. De waan van hoop van wie bemint. Sint Annaparochie |
Ochtend Nevel op poten in natte klei hangt stil en loopt in grijze wei. De wind wacht even voor ‘t rode licht - natte slierten om bol gezicht. Dan blaast ze zelf (een ochtendzoen) het polderlicht op weidegroen. |
Berliner Dom Onder haar koepel brand ik van verlangen een kaarsje en gaat hoop op in rook |
Caribou blues (you know: ta ta ta ta TA) I was standing on my tundra happily grazing away Minding my own business no work - all play I heard them coming click - clicking away Damned paparazzi got to keep them at bay solo (I wish..) Mind your own business got nothing to say Damned paparazzi not going away Damned paparazzi are here to stay Norway |